Op weg naar de winter - november 2009 - Reisverslag uit Gamba, Gabon van Marrit Das - WaarBenJij.nu Op weg naar de winter - november 2009 - Reisverslag uit Gamba, Gabon van Marrit Das - WaarBenJij.nu

Op weg naar de winter - november 2009

Door: Webmaster

Blijf op de hoogte en volg Marrit

30 Januari 2010 | Gabon, Gamba

Op weg naar de winter 2009

Aan het eind van mijn herfstvakantie gingen Jérôme en ik naar Libreville, zodat ik niet alleen, zoals gebruikelijk, mijn vrije dagen zou besteden aan werk, maar ook een gevoel van vakantie zou hebben. We vertrokken vrijdagochtend vroeg vanaf Libreville met een speedboot naar Le Phare, een tot hotel omgebouwde vuurtoren aan de kust ten zuiden van Libreville.
In tegenstelling tot Gamba, is de zee voor de kust rond Libreville een stuk rustiger en diepblauw tot turquoise van kleur en de bomen langs het strand zijn hoger en vol kleur. Hoewel het de dag tevoren nog hevig geregend had, was de lucht boven ons nu haast wolkenloos en de zon straalde met een intense warmte die ons loom en voldaan maakte. Toen we arriveerden zagen we langs de kust hoge kapokbomen met takken zwaar beladen van witdonzige zaden. Een andere boom wierp vreemdsoortige noten op het strand net als je even niet keek. Twee roodwrattige eenden dreven gemoedelijk op een klein vennetje voor de kust. Naast het meertje begon de weg omhoog, of liever gezegd een stijl, onlangs nog zwaar bemodderd en moeizaam begaand pad met diepe geulen van een veelvuldig passerende trekker of squad. De modder voelde nog zacht en vochtig aan van de regen die schijnbaar ook hier de afgelopen nacht veelvuldig gevallen was, maar het bood voldoende stevigheid voor onze voeten. Althans voor de mijne; Jérôme’s voeten zakten er iets dieper in weg en hij had veel moeite zichzelf met bagage omhoog te werken.
Zo liepen we met onze bagage de heuvel op en waren al na enkele minuten klam en bezweet en buiten adem.
Maar boven aangekomen begroette ons een felgekleurde papegaai in een tuin vol exotische bloemen aan de ingang van het Gaudiaans aandoend hotel. Rond de vuurtoren waren een bar en restaurant gesitueerd en daarachter lagen vijf kamers, waaronder de onze, en de vertrekken van de eigenaar. De bar was gemaakt van gladgeschuurd, bijna levend aandoend hout omlijst door een geheel van veelkleurige stukjes tegel en zelfs in de kamers waren mozaieken verwerkt in de muren van de badkamer en de vloeren. Naast onze kamer lag de wijnkelder die eveneens was geinspireerd door Gaudi. Voor de houten deur hielden enkele langharige katten en honden de wacht.

We verkenden het hotel en de tuin en ontdekten buiten de papegaai, de honden, duiven en katten nog andere dierlijke gasten. Een pauw vond het nodig om ons zijn staart tot in den treurigheid te tonen in open en dichte stand, opstaand en schuin achter zich aan zwierend, van voren en van achter, recht en gecirkeld. Hij draaide parmantige rondjes, zwaaide zijn verentooi rond zijn pauwblauwe lijf en wanneer hij vond dat we te weinig aandacht voor hem hadden, zette hij een keel op als een dolle, krolse kat en stapte er beledigd van door. Dat hij die keel ook ’s morgens vroeg opzette rond vier uur, vonden we minder aangenaam. Maar hij bracht in als excuus dat zijn vrouwtje op de eieren zat en te weinig aandacht en tijd voor hem had, kortom dat hij niet te benijden was en intens meelijwekkend.

Toen het tijd was om te eten, zetten wij ons in de bar van het restaurant en genoten van het zicht op de door de middagzon beschenen baai. Het eten was verrukkelijk en paste bij de rustieke, artistieke omgeving. Hoewel we loom waren van de warmte, wijn en het heerlijke eten, vonden we het zonde om tijd te verspillen aan een siesta. We besloten dat een wandeling opwekkend en weldadig moest zijn en we maakten ons op om de heuvel af te lopen richting zee.
Het was nog steeds prachtig weer en de zon wierp zijn warme, koesterende stralen op de rustig kabbelende golfjes op het strand. Een heerlijk vies hondje besloot dat hij de wandeling langs het strand met ons wilde delen en wees ons alle irritante krabben en gevaarlijke steltlopers langs de kustlijn. Hij wees ons zelfs een kortere weg terug omhoog naar de vuurtoren, maar toen wij besloten dat dit pad voor ons te gevaarlijk of beter gezegd, te onhandig was en we beter de lange omweg via de rotsen op het strand terug konden nemen, was hij zo vriendelijk om ons wederom te vergezellen.

We verbleven twee heerlijke dagen in Le Phare, maakten ’s nachts een wandeling langs de kust waar we een uitgeputte, aangespoelde steltloper aantroffen die we op hoger strand neerlegden en waar Jérôme aangevallen werd door een blauwe krab die niet gecharmeerd was van zijn voeten. We zagen enkele schildpaddennesten en veel sporen van buffels en olifanten maar in tegenstelling tot Gamba, werden we hier niet lastig gevallen door de zeer levende veroorzakers van deze sporen.
De volgende dag gingen we aan het eind van de middag terug naar Libreville en zat mijn herfstvakantie erop.

Verder die herfstmaanden hadden we de car rally die ik als bijrijder meereed met de familie Pot en tot slot konden we in Yenzi rijkelijk genieten van een nog grotere plaag olifanten dan de jaren tevoren. Volgens zeggen en naar eigen ondervinding geleerd, zijn olifanten steeds minder dol op taxi’s en fietsen. Ik heb ze in ieder geval zeer vaak moeten trachten te ontwijken wanneer ik uit school kwam op de fiets en ze weer woest op me af kwamen zetten, met hun oren flapperend in de wind en een zware grom als een berg omlaagrollend puin. En wanneer ik de ene groep ternauwernoods ontweken had, stond er aan de andere kant van de weg een tweede groep te wachten, hunkerend van verlangen om eindelijk die stinkende wezens, of liever gezegd ons, eens en voorgoed van de weg te vegen.

Tot slot vond een aantal weken geleden één van de mannen van de bewaking een immens lang vel van een python voor onze keukendeur, keurig gekronkeld rond de stammen van de struiken voor de ingang. De op dat moment surveillerende guard legde me uit dat het vervellen tussen de twee uur en een dag in beslag kon nemen en dat het dier daarnaast nog zo’n één à twee dagen nodig had om uit te harden en dat dit toch echt wel een reusachtige python moest zijn geweest. Vermoedelijk degene die in het voorjaar onze kat Oekje gedood had en waarschijnlijk leefde hij achter in onze tuin in de greppel naast de oprijlaan. En dan te bedenken dat Jérôme wanneer hij thuis komt, altijd over deze struiken stapt om naar binnen te gaan en ik mijn fiets erover heen til wanneer ik met de fiets naar school ga. Wij hebben dus zonder het te weten en minstens een aantal keren die dagen, over een vijf meter lange python heen gestapt!

Lang leve Gabon!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Marrit
Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 407
Totaal aantal bezoekers 146998

Voorgaande reizen:

01 Oktober 2005 - 01 Oktober 2011

Mijn verblijf in Gabon

10 Mei 2012 - 30 November -0001

Mijn verblijf in Guinee Conakry

Landen bezocht: